Ondernemende Houding
Ontwikkeling & reflectieve "ondernemende houding"
Algemeen
Ambitie:
In mijn eerste jaar vind ik dat mijn ondernemende houding zeker vooruit is gegaan. Ik was altijd heel laks en het kon me allemaal niet heel veel schelen als ik het gewoon haalde. Ook al kan hier altijd nog verbetering en komen en is hier nog zeker veel in te verbeteren vind ik dat ik al veel stappen hierin heb gemaakt. Niet alleen haal ik goeie cijfer (naar mijn mening), maar probeer ik niet zomaar voldoendes te halen maar ook echt 6,5+. Als ik dit ook niet haal dan ben ik alsnog tevreden maar baal ik diep van binnen toch wel.
Voorbeeld hiervan zijn bijvoorbeeld PRO10, waar ik in de eerste periode niet heel veel voor deed en daar mee afgesloten rond een 6,2 gemiddeld ben geëindigd (zie bewijslast cijferlijs). PRO20 waar ik een stuk meer heb gedaan, de leiding genomen, initiatief tonen en mijn groepsgenoten heb aangespoord om beter hun best te doen. Ik heb stukken van andere gecontroleerd, spellingsfouten verbeterd, zinsopbouw veranderd en andere aangesproken op hun werk(houding) (zie bewijslast peerfeedback gesprekken). Als resultaat kregen we hiervoor ook het hoogste cijfer van de klas (zie bewijslast cijferlijst). Het hardere werk werd dus ook beloond en ik was erg trots op wat we als groep en ik als individueel had gepresteerd.
Doorzettingsvermogen:
Ik heb veel momenten van doorzettingsvermogen gehad. Bijvoorbeeld PRO30 over de MIT-meeting van DAKA wat een project was van 4 weken, waar je wekelijks super veel tijd in moest steken (zie bewijslast procesdocument). Hier heb ik ect veel mezelf moeten aanspreken om mijn werk te doen, ook buiten schooltijd. Naar mijn mening hebben we hier goed gepresteerd met een echt goed doordacht idee met juiste statistieken en bewijzen, ik baalde van het eindresultaat aangezien we hoor maar een 5,0 voor kregen (zie bewijslast cijferlijst), waar ik het ook zeker niet mee eens ben. Hierdoor moest ik mezelf ook echt even aanspreken om door te zetten omdat we ook nog een 2e gedeelte van dit project hadden en we dus nog steeds aan de bak moesten gaan. Bij dit 2e gedeelte van het project probeerde ik als teamcaptain ook echt veel de leiding te nemen en alles aan te sturen. Aan het begin moest er nog veel gebeuren maar door hard werk en overleg hebben we dit heel goed kunnen omdraaien (zie bewijs sneaker game ronde 1 tm 3)
Initiatief:
Mijn actiontype is ESFP, dit vind ik lastig te koppelen aan mijn persoonlijk eigenschappen dus ik zal het vooral doen dmv voorbeelden. Ik ben van mezelf heel verschillend in het afwachten of direct tot actie komen, als ik informatie bezit van een onderwerp ben ik heel erg van het direct actie ondernemen maar als deze informatie afwezig is informeer ik mezelf liever eerst voordat ik actie onderneem. Bij de sneaker game was ik erg verward in de proef ronde en snapte ik er eigenlijk weinig van tot ik mezelf aanspoorde om het te snappen waardoor het na ronde 1 eigenlijk al vlekkeloos ging. Ik spoor mezelf aan om all-round informatie te bezitten en alles te snappen i.p.v. alleen een eigen gedeelte te snappen. Bij PRO20 was het ook zoekende wie de leiding zou nemen, waardoor ik had gekozen om deze leiding vooral op me te nemen en het project om te draaien. Ik sprak mensen er echt op aan en zorgde ervoor dat ik zelf ook alles top in orde had zodat dit niet mijn eisen tegen sprak. Deze leiding werd ook echt erkent en ik had ook meer berichten gestuurd in de groepsapp dan mijn groepsgenoten bij elkaar (zie bewijslast peerfeedback)
Zelfstandigheid:
Ik merkte aan het begin van dit studiejaar dat ik moeite had met zelfstandig werken. Veel dingen waren onduidelijk en daardoor wist ik niet goed waar ik moest beginnen. Op de middelbare school gebruikte ik SomToday, waardoor alles overzichtelijk was. In het hbo werd er meer zelfstandigheid verwacht en daar moest ik echt aan wennen.
Vanaf blok 2 ben ik bewuster gaan plannen. Ik wist hoe ik moest leren en hoe ik het beste kon werken en heb me hierop erg aangepast
In projecten merkte ik dat ik in het begin nog wat afwachtend was in een groep, maar zodra ik een taak kreeg, kon ik me daar goed op richten. Bij PRO20 heb ik zelfstandig mijn opdrachten gemaakt en extra taken om me genomen. Ik kreeg hier positieve feedback op van mijn groepsgenoten, omdat ik mijn werk netjes en op tijd had afgerond en actief meedacht over het totaalplaatje (zie bewijslast peerfeedback pro20).
Studiejaar specifiek
Betekenisvolle situatie:
Ik wilde het jaar goed beginnen, mijn huiswerk bijhouden en veel betekenen voor mijn groepje tijdens PRO10. Ik wilde de een belangrijke aanwinst zijn en dat mijn groepje naar mij zou kijken als iemand die veel werk- en altijd zijn best deed.Al ging het bijhouden van mijn huiswerk erg goed en was ik goed op de hoogte, zwakte dit erg af tijdens PRO10. Ik had het erg naar mijn zin waardoor ik weinig in de lessen deed en meer gezellig bezig was met mijn groepje i.p.v. werken (zie peerfeedback pro10).
Terugblikken op het handelen:
Ik voelde me hier eigenlijk erg slecht over. In plaats van dat ik veel betekende voor mijn groepje en al mijn werk deed voelde ik me meer een soort blok aan hun been, nadat ik de feedback had ontvangen. Dit was erg slecht van mij en je zou verwachten dat ik door deze gevoelens zou veranderen en verbeteren, maar dit gebeurde eigenlijk niet tot PRO20. We leverde de opdracht ook in en dachten dat we het erg goed hadden gedaan maar eindstand hebben we een van de laagste cijfers gekregen uit de klas, een 6,2 (zie bewijslast cijfer pro10). Een 6,2 was naar mijn mening een erg goed cijfer en hier was ik ook erg blij mee, totdat ik de cijfers hoorde van andere en erachter kwam dat wij vergeleken met hun een best laag cijfer hebben gehaald.
Bewust worden van essentiële aspecten:
Ik wilde dit veranderen, en ging hier ook voor zorgen. Bij PRO20 wilde ik laten zien dat ik wel een goeie aanwinst kon zijn en dat ik erg belangrijk kon zijn voor mijn groepje. We begonnen dit project eigenlijk erg sloom en kwamen er niet lekker in, we dachten het komt allemaal wel. Na de groepsbeoordeling met onze project docent Michiel Clarijs, waar we veel negatieve feedback ontvingen en eigenlijk het gevoel kregen dat zelfs onze docent er geen vertrouwen meer in had, was ik en wij als groep gebrand om het tegendeel te bewijzen. Ik wilde mijn handelingen gaan veranderen en begon met het aansporen van de jongens in de groepsapp, het controleren van hun werk, het plannen van de taken en het in orde maken van het document. Ik probeerde het voortouw te nemen en als eerste aan de slag te gaan, ik liet dit op een soepele manier weten in de hoop dat die jongens meegingen hierin, sommige deden dit wel en sommige niet. Ik werd een belangrijke schakel in ons groepje en kreeg dit ook mee als feedback (zie bewijslast peerfeedback pro20). Op de dag van de deadline heb ik nogmaals het voortouw genomen en het document in orde gemaakt, ik heb het werk gecontroleerd van die jongens en ze aangesproken of aanpassingen gemaakt. Dit zorgde ervoor dat ik het document nog maar net aan om 23:58 heb kunnen inleveren. Ik had er een slecht gevoel bij en dacht dat het niks ging worden, tot de dag wanneer het cijfer erop kwam, ik mijn brightspace opende en een 7,0 zag (zie bewijslast cijfer pro20). Ik dacht dat we het verkeerde cijfer hadden gekregen en dat er niks van klopte, maar nee we hadden allemaal hetzelfde cijfer.
Formuleren van handelingsalternatieven:
Ik werd erg blij, en kwam erachter dat we het hoogste van de klas hadden gehaald. Met zelfs nog de erkenning en complimenten van de project docent waarin die zei dat hij erg verrast was. Hierdoor voelde ik gelijk erkenning voor mijn harde werk en kreeg ik hier ook een beloning voor. Hierdoor zie ik veel alternatieven in mijn werk mogelijkheden. Als ik hard werk, zie ik hier ook resultaat voor terug. Dit gaf ik mezelf ook mee voor PRO30, waar ik ook keihard me best heb gedaan en hier ook erkenning voor kreeg van mijn groepsgenoten (zie bewijslast peerfeedback pro30).
Stage specifiek
Betekenisvolle situatie:
Ik wilde voor mijn stageperiode erg ondernemend zijn door leergierig te zijn en mezelf te laten als iemand met potentie. In de eerste paar dagen/ eerste week heb ik dit eigenlijk niet tot weinig gedaan. Ik zat wel de hele dag op kantoor maar deed weinig werk en vond het wel prima als ik geen taken meer had. Een andere stagiair daarentegen, kreeg veel taken en was steeds druk bezig. Hij liep dan wel stage op communicatie, waardoor je automatisch nieuwe onverwachtste taken erbij kreeg. Ik liep daarentegen op de marketing en was bezig met 1 grote opdracht waar ik na het uitvoeren van mijn taken niet verder kon en moest wachten op antwoord of goedkeuring,
Terugblikken op het handelen:
Ik voelde me daardoor weer erg nutteloos en niet echt alsof ik mijn beste zelf kon laten zien. Ik wilde dit wel laten zien en ging daarom vragen om meer taken, uit mezelf doorwerken, begon afspraken te maken met professionals of ik langs mocht komen en ondernam eigenlijk zelf meer om er ook meer uit te halen. Hier werd ik een stuk blijer van, ik mocht de wijken in en lekker buiten zijn terwijl ik ook mijn werk deed (zie bewijslast foto beweegplus activiteit). Ik werd vrolijker en voelde me nuttig.
Bewustwording van essentiële aspecten:
Ik begon na het bezoeken van deze activiteiten op kantoor ook meer te ondernemen. Ik benaderde mijn collega's zelf en plande vergaderingen met ze in (zie bewijslast teams chat). Ik bereidde mijn werk voor en heb dit voorgesteld aan meerdere collega's, waar ze erg positief op reageerde. Doordat ik zelf meer ondernam en ging doen, bouwde ik zelf vertrouwen op. Ik vroeg of ik bij gesprekken mocht zijn om ervaring op te bouwen, en presenteerde hier ook mijn idee voor (zie bewijslast teams chat).
Formuleren van handelingsalternatieven:
Door zelf meer te ondernemen voelde ik me nuttig en goed, alsof ik belangrijk werk leverde. Ik wilde mezelf meegeven om voor de komende stageperiodes niet bang te zijn maar mijn mond meer open durven te trekken, omdat ik hierdoor meer uit mijn ervaring en stageperiode kan halen en ook meer voor het bedrijf kan betekenen. Ik denk hierdoor nog veel ervaring op te doen en zo mezelf klaar te stomen voor het werkleven.